Weinigen doen nog de moeite om zelf hun alcohol te maken, zeker voor gins zijn we zo goed als uniek in België. Het is dan ook geen evidentie: het vraagt veel tijd, energie en brute werkkracht. Zeker omdat we uit zoveel grondstoffen onze alcohol halen. Tarwe of mais vragen een heel andere voorbereiding dan appels of aardappelen. Maar allen hebben ze suikers of zetmeel, wat een keten is van heel veel suikers aan elkaar. Eenmaal we dat, door te verwarmen, kunnen omzetten in (vergistbare) suikers, laten we eerst de wilde gisten hun gang gaan, net als ons bekendste bier van de streek, Lambik. Na enkele dagen voegen we ook cultuurgisten toe om onze unieke smaken te bekomen. Zo maken we in deze stap eerst een ‘bier’ of cider van 5 tot 8% alcohol. Door de speling van de natuur is de fermentatie de meest delicate stap van het hele proces. Misschien net daarom dat velen deze stap liever overslaan. We sturen ook geen enkele fermentatie bij door verwarming of afkoeling, zo is dan ook elke batch uniek.